Zonnebrand, lichtgevoeligheid of contactdermatitis bij paarden

In het midden van de zomer kan verlies van haren en roodheid van de huid ter hoogte van wit gekleurde delen van het lichaam bij paarden optreden. Dit is vooral merkbaar aan de benen en het aangezicht van het paard. Soms is het lastig te bepalen of het haarverlies te wijten is aan zonnebrand, contactdermatitis of fotosensibilisatie. De diagnose van zonnebrand, (overmatige blootstelling aan Uv-licht) als primaire diagnose zonder andere verstorende factoren is waarschijnlijk alleen te stellen door andere oorzaken van bovenstaande haar- en huidveranderingen uit te sluiten. Alhoewel een exacte diagnose, en daarmee oorzaak vaak wel gewenst is, is de aanpak en ‘behandeling’ veelal hetzelfde. Blootstelling aan ultraviolet (UV) licht vermijden en overgaan tot de voeding van droog (weide)hooi.

Onderstaand zijn een aantal oorzaken vermeld die naast ‘primaire zonnebrand’ kunnen leiden tot korsterige, droge, schilferige huid met meer of minder roodheid en door tredend weefsel- of ontstekingsvocht.

  1. Contactdermatitis door irriterende stoffen zoals vliegenspray en boterbloemen
  2. Primaire fotosensibilisatie
  3. Secundaire fotosensibilisatie (hepatogene fotosensibilisatie)
  4. Fotosensitiviteit zonder duidelijke oorzaak
  5. Inflammatoire huidaandoeningen, bijvoorbeeld mok en leukocytoclastische dermatitis

 

  1. Contactdermatitis is het resultaat van een chemische of mechanische reactie die letsel aan de huid veroorzaakt. Het komt vaak voor als gevolg van een reactie die wordt veroorzaakt door een chemische stof(fen) in bijvoorbeeld vliegensprays of planten, zoals boterbloemen. Sommige paarden zijn gevoeliger voor deze chemische stoffen dan andere. De reactie op vliegensprays wordt versterkt door het aanbrengen van deze producten voorafgaand aan het opzadelen of optuigen. In die gevallen wordt de irriterende stof dichter op de huid gedrukt en kan onder invloed van zweet de reactie versterkt worden.

Verse boterbloemen kunnen ook een lokale irritatie veroorzaken op de snuit van paarden die moeilijk te onderscheiden is van de fotosensibilisatie. De vluchtige chemische stof in boterbloemen die deze irritatie veroorzaakt verdwijnt binnen enkele dagen nadat de plant in hooi is gedroogd en ingepakt.

  1. Primaire fotosensitiviteit wordt vaak gezien als een gevolg van het opeten van zogenoemde fotodynamische stoffen, die zich in bepaalde planten en toxinen kunnen bevinden. Wanneer een paard een plant of een chemisch product consumeert, waarin deze stoffen zich bevinden, dan stapelen deze zich onder andere in huid op en kunnen onder invloed van Uv-licht tot zogenoemde oxidatieve schade leiden, waarbij de huidcellen kapot gaan. Enkele voorbeelden van dergelijke planten, die dit kunnen veroorzaken zijn boekweit en Sint-Janskruid. Daarnaast zijn meststoffen rijk aan fosfor, conserveringsmiddelen ter bescherming van hout (weidepalen), en het schimmeltoxine aflatoxine B in beschimmeld voer bekende chemische stoffen die eenzelfde reactie kunnen geven. Zelfs bepaalde diergeneesmiddelen hebben foto dynamische eigenschappen, die tijdens of zelfs na een behandelperiode aanleiding kunnen geven tot roodheid, korst- en blaarvorming.

 

  1. Secundaire fotosensitiviteit treedt op wanneer een toxine de lever beschadigt en resulteert in het onvermogen om fylloerythrine uit te scheiden. Fylloerythrine is een porfyrineverbinding die wordt gevormd door microbiële afbraak van chlorofyl (een bestanddeel uit onder ander gras) in de darm. Het wordt normaal gesproken door de lever verwijderd en uitgescheiden in de gal Als de lever ernstig ziek is, hoopt fylloerythrine zich op in het bloed. Als het vervolgens door de huid circuleert en wordt blootgesteld aan Uv-licht, leidt dat tot het oxidatieve schade van bloedvaten en onderdelen van de huid. Pyrrolizidine alkaloïde is de belangrijkste veroorzaker van deze groep. Een stof die voorkomt in Jacobskruiskruid.

 

  1. De fotosensitiviteit, waarvan de oorzaak niet exact is te achterhalen is veelal gerelateerd aan stoffen die via de voeding worden opgenomen. Het wordt gezien bij runderen, schapen en paarden die grazen op volle en vaak groeizame weiden met een rijke samenstelling aan grazen en andere plantensoorten. Klavers vormen hierin een bekende rol, waarvan de bastardklaver (Engels; Aslike Clover) de bekendste is. Naast fotosensitiviteit van de huid worden ook zweren in de mondholte en hepatitis (leverontsteking) gezien. Het is niet duidelijk of de fotosensibilisatie vooral een fotodynamisch probleem is of een secundaire fototoxische reactie door leverschade of dat klaver en zijn metabolieten echt de boosdoener zijn. De fotosensibilisatiereactie zou ook in verband kunnen worden gebracht met schimmeltoxinen die op de plant worden geproduceerd. Een soortgelijk syndroom is ook waargenomen bij paarden die in de herfst veel witte klaver consumeren.

 

  1. Infectieuze huidaandoeningen, zoals mok en ‘regenschurft (huidontsteking door Dermatophylose congolense), kunnen ook huidirritatie en haaruitval veroorzaken van respectievelijke de kootholte en de huid ter hoogte van hoofdzakelijk de schoft, de rug en het kruis van het paard. Daarnaast kunnen ook auto-immuunziekten zich manifesteren ter hoogte van de ongepigmenteerde huid van de koorholte en onderbenen.

 

Preventie en behandeling

Paarden die het grootste risico lopen op door planten veroorzaakte fotosensitiviteit zijn paarden die grazen op arme weiden die veel onkruid bevatten. Normaal gesproken herstellen paarden die getroffen zijn door de primaire fotosensibilisatie zich volledig wanneer het contact met de chemische stof wordt stopgezet. Aangezien het niet altijd mogelijk is om de plant of planten, die verantwoordelijk zijn voor het probleem te identificeren, wordt de eigenaar geadviseerd om het paard van de weide te halen en elke toepassing van vliegensprays of andere middelen die contact maken met de huid te staken.

Het paard moet droog hooi krijgen in de stal en ter verlichting van de aangedane huid dient, onafhankelijk van de oorzaak, bescherming tegen Uv-licht worden gegarandeerd. Soms kan de huid zo gevoelig zijn dat opstallen de enige optie is. Daarnaast kan de huid worden gewassen met water (vermijd zoveel als mogelijk desinfecterende middelen) en medicinale wondzalf worden aangebracht om de huid te laten herstellen. Bij uitgebreide of ernstige gevallen waarbij een potentiële verdenking uitgaat naar betrokkenheid van de lever dient bloedonderzoek verricht te worden

Paarden die zijn blootgesteld aan planten die pyrrolizidine alkaloïde bevatten, hebben een slechte prognose door de onderliggende leverschade die is ontstaan.

In het geval van een acute bastardklaververgiftiging wordt normaal gesproken binnen een week een volledig herstel gezien. Chronische gevallen van bastardklaververgiftiging hebben een slechte prognose net als paarden die blootgesteld zijn aan pyrrolizidine alkaloïde.

Preventie is de sleutel. Weilanden moeten regelmatig worden gecontroleerd en pyrrolizidine-alkaloïde bevattende planten (Jacobskruiskruid) moeten worden verwijderd. Als zelfs de witte klaver in de weilanden te veel voorkomt en een probleem veroorzaakt, kan de toepassing van een onkruidverdelger nodig zijn om de concentratie witte klaver te verminderen.

Zodra bekend is dat een paard gevoelig is voor zonnebrand of in zekere zin aanleg heeft voor fotosensibiliteit, werkt zinkzalf vaak goed ter bescherming. Voorkom het gebruik van geparfumeerde zonnecrimes en zeker diegene die parabenen bevatten. Vliegenmaskers met een fijnmazige structuur bieden vaak 70% bescherming tegen Uv-licht. Sommige paarden met een beperkte hoeveelheid pigment (Paints, Appaloosa) moeten soms volledige bedekt worden of, beter nog tussen 10 uur ’s ochtends en 3 uur ’s middags opgestald worden.

Wateropname en waterbehoefte van uw paard; 6 feiten op een rij

Als paardeneigenaar weet u maar al te goed hoe belangrijk het is om paarden van voldoende en vers drinkwater te voorzien. Onderstaand een aantal feiten die u in overweging kan nemen als u de volgende keer de drinkemmer of drinkbak op stal schrobt of wacht tot de speciekuip in de paddock of weide is gevuld.

  1. Het is logisch dat het waterbehoefte bij paarden afhankelijk is van het lichaamsgewicht. Een Nederlands Koudbloedpaard drinkt uiteraard meer dan een C-pony. Toch kunnen paarden met een vergelijkbaar lichaamsgewicht en van gelijk ras een heel verschillende, zij het normale, waterinname en behoefte hebben. Maar wat is dan normaal? Stelregel is dat een paard in een gematigd klimaat als in Nederland dagelijks 20-55 liter water drinkt.
  2. Als je paard gisteren en eergisteren twee emmers water drinkt, betekent dat niet dat dat vandaag ook weer zo zal zijn. Variaties in de wateropname van individuele paarden kunnen van dag tot dag verschillen. Met dit gegeven is het niet onverstandig om eens te bepalen wat jouw paard nou eigenlijk per dag drinkt en door dit enkele keren per week gedurende bijvoorbeeld een aantal weken te bepalen. Zijn er grote variaties of twijfels over de drinktrust en/of wateropname van je paard, raadpleeg dan je dierenarts.
  3. Zonder enige twijfel heeft het dieet invloed op het waterverbruik. Paarden die op volle weiden grazen, die een hoog vochtgehalte hebben, zullen minder water drinken dan paarden die louter hooi gevoerd krijgen. Tegelijkertijd zal bij deze paarden de wateropname hoger zijn dan bij paarden die naast hooi ook krachtvoer tot hun beschikking krijgen.
  4. Paarden drinken niet de hele dag door en de kans is groot dat je niet eens merkt dat je paard drinkt. Door paarden nauwlettend te monitoren is bekend dat ze slechts vijf of zes minuten per dag drinken, dit doen ze wel door regelmatig de drinkgelegenheid te bezoeken.
  5. Veulens drinken ook water! Die behoefte wordt geleidelijk steeds groter naarmate het veulen vast voer gaan bij eten. Veulens van een week oud drinken al mee uit een emmer of automatisch drinkbak. Een veulen van een maand oud drinkt al minstens een liter water naast vier liter melk per dag. Let wel dat uw veulen niet teveel water opneemt, ze willen nogal eens spelen met de drinkbak, Uw veulen kan dan diarree krijgen, , neem dan contact met onze paardenafdeling op.
  6. Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden (o.a, stalling, weertype) waaronder uw paard wordt gehouden en de intensiteit van de arbeid, varieert de waterbehoefte. Zeker als uw paard daarbij ook nog zweet! Paarden die dagelijks zweten zouden elektrolyten moeten krijgen om het verlies aan mineralen in het zweet te compenseren. Hiervoor zijn verschillende producten beschikbaar voor paarden, die gemengd kunnen worden door het drinkwater. In dat geval is het verstrekken van water via een emmer natuurlijk wel van belang. Er kunnen situaties ontstaan waardoor paarden slecht of te weinig drinken. Ook hiervoor zijn producten beschikbaar, die de drinklust via toevoeging aan water kunnen verbeteren. Laat u adviseren door onze paardenartsen op Visdonk.

Tot slot!

Het verstrekken van vers en schoon drinkwater aan paarden vormt net als goede voeding een basisprincipe voor de gezondheid en welzijn van uw paard!

Hoe help ik mijn paard de warme dagen door?

Paarden kunnen, net als mensen, last hebben van de warmte. Zeker op hete dagen zoals in de afgelopen zomers en de huidige (2020) het geval is, hebben paarden moeite met hun zogenoemde thermoregulatie; het vermogen om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Meer dan mensen en honden, zijn paarden relatief slecht in staat om warmte kwijt te raken. Op dagen waarbij de omgevingstemperatuur hoog is kan relatief gemakkelijk oververhitting, of erger nog, hittestress ontstaan. Maar wat is een te hoge omgevingstemperatuur? Wij als mensen ervaren een temperatuur tussen de 20 en 25 dragen als een aangename (zomer)temperatuur, maar voor paarden is dit eigenlijk al teveel van het ‘goeie’. De comfortabele omgevingstemperatuur voor paarden ligt tussen de -5 den +15 graden Celsius. Een hele andere ‘comfort zone’ dan voor ons! Het is dus belangrijk je te realiseren dat paarden het vaak als veel te warm ervaren en krijgen terwijl het voor ons juist lekker is. Juist onder die omstandigheden sporten met je paard (training, wedstrijd maar ook een recreatieve buitenrit) kan dus al snel leiden tot problemen. Los van het opwarmen van het lijf door een hoge omgevingstemperatuur, ontstaat er ook veel warmte bij het gebruik van de spieren tijdens de beweging. Deze extra opwarming van het lichaam kan leiden tot verminderde spierfunctie, verzuring en blessures. Als ruiter is het dus belangrijk om te weten wanneer je paard warm wordt en wanneer je moet opletten om oververhitting en hittestress tegen te gaan.

Los van de last die paarden kunnen hebben van de warmte spelen er nog andere bijkomende ‘hindernissen’ tijdens warme dagen.

Hieronder een aantal adviezen, die je kunt volgen tijdens de, soms extreem, warme/hete Nederlandse zomerdagen.

  1. Zorg altijd voor voldoende en vers drinkwater.

Paarden drinken onder normale condities gemiddeld 20 tot 30 liter water per dag. Bij extreme warmte en zonder enige vorm van inspanning kan dit oplopen tot 50 tot 60 liter per dag. Ook al staat je paard maar enkele uren buiten, bijvoorbeeld doordat de weidegang gedeeld met worden met andere paarden of simpel doordat het te heet is buiten, zal gedurende die enkele uurtjes toegang tot drinkwater continue gegarandeerd moeten zijn.

Zie voor meer informatie over drinkkust en wateropname van paarden

  1. Zorg voor schaduw op de wei.

Loopt je paard de hele dag op de wei/paddock of is het een zeer warme dag met veel zonneschijn, zorg er dan voor dat het ergens schaduw kan vinden. Geen boom, inloop- of schuilstal? Zet je paard dan binnen tijdens de heetste uren van de dag (10.00-15.00 uur). Is er sprake van een hittegolf dan is het juist verstandig om je paard in plaats van overdag, ’s nachts buiten te zetten.

  1. Zonnecrème of Zinkzalf.

Ook paarden kunnen verbranden. Vooral de roze tot witte huid rond de snoet of neusrug en langs de kenmerkende witte aftekeningen van de onderbenen zijn gevoelig voor zonnebrand. Insmeren met zonnecrème (ongeparfurmeerd en factor 50) is een betrouwbare oplossing.

Zie voor meer informatie over zonnebrand en overgevoeligheid voor Uv-licht

  1. Trainen/rijden tijdens koele momenten op de dag.

Zoals gezegd raken paarden hun overtollige lichaamstemperatuur slecht kwijt. Bij warme dagen en inspanning kan de lichaamstemperatuur wel 10 x sneller oplopen dan bij mensen. Dit kan leiden tot blessures en soms zelfs levensbedreigende situaties. Het is dan sterk aan te raden om tijdens periodes van extreme hitte helemaal niet te trainen of zelfs recreatief te rijden. Kies in die gevallen, waarbij het paard om andere reden toch in beweging moet blijven voor de koelere momenten van de dag (’s ochtends vroeg of ’s avonds laat).

  1. Koel je paard na de training/het rijden.

Tijdens een training of zelfs een bosritje loopt de lichaamstemperatuur van een paard snel op. Goed koelen na afloop is dan ook erg belangrijk. De meest efficiënte manier om te koelen is afspuiten of sponzen met koud water, en nagenoeg meteen het water wegtrekken met een zweetmes. En dit enkele keren te herhalen gedurende tien tot vijftien minuten.

Houd er rekening mee dat je je paard al moet gaan helpen met afkoelen rond temperaturen van 20-25°C en dat je zelfs meerdere malen het hele lichaam moet gaan koelen met ijswater als temperatuur richting de 30°C of meer gaan. De prestaties van het paard nemen bij de extreme zomertemperaturen, die we nu regelmatig kennen in Nederland drastisch af. Goeie acclimatisatie door je training aan te passen aan de omstandigheden en het paard te helpen met afkoelen en onnodige opwarming van het lichaam te voorkomen is essentieel.

  1. Voorkom droge hoeven

De hoeven van een paard zijn van nature elastisch en vertonen het zogenoemde ‘verende’ hoefmechanisme (schokdemping tijdens de belasting). Tijdens periodes van langdurige droogte, waarbij zowel de lucht als de ondergrond waar de paarden op staan droog is, drogen de hoeven snel uit. Dit leidt tot een afname van de elasticiteit en schok dempende werking van de hoeven. Het uitdrogen van de hoeven kun je alleen met water voorkomen, omdat dit voldoende doordringt in het hoorn van de hoef. Tijdens droge periodes is het dan ook verstandig om de hoeven regelmatig goed nat te maken met de tuinslang of een spons. Dit werkt het beste in de avond om te snelle verdamping van het water zoveel mogelijk te voorkomen. Na het goed nat maken kan een laagje hoefvet worden aangebracht om het water, wat in de hoef is getrokken, vast te houden. Hoefvet aanbrengen zonder de hoef eerst nat te zetten heeft geen enkel effect.

  1. Gebruik een vliegenmasker.

Warm weer trekt vliegen, dazen en andere insecten aan. Paarden kunnen vliegen op afstand houden met hun staart of door de huidspieren samen te trekken. Het hoofd blijft echter een kwetsbaar deel van het lijf. Met name het vocht rond de ogen vormt een aantrekkingsbron voor vliegen. Een passend vliegenmasker biedt vaak een goeie uitkomst en geeft paarden een hoop comfort.

  1. Verstrekken van extra elektrolyten via drinkwater.

Paarden zullen bij hoge omgevingstemperaturen in combinatie met training/rijden snel gaan zweten. Een heel natuurlijk fenomeen om juist de overtollige opwarming van het lichaam te niet te doen. Door verdamping van het water uit zweet koelt het paard namelijk af. Zweet bestaat echter niet alleen uit water, maar ook uit veel essentiële mineralen/zouten. Het is verstandig om het verlies bij frequent, langdurig of extreem zweten aan te vullen met elektrolyten.