SCINTIGRAFIE

Scintigrafie is een beeldvormende onderzoeksmethode. Deze wordt gebruikt als andere onderzoeksmethoden zoals röntgenfoto, echografie, bloedonderzoek of CT-scan onvoldoende informatie geven om een diagnose te kunnen stellen. Met een scintigrafie van het skelet kunnen bij-voorbeeld artrose, botbreuken, ontstekingen en tumoren worden vastgesteld.

Bij een scintigrafie wordt een injectie gegeven met een radio-actieve vloeistof. Deze stof bindt zich voor een hele korte tijd aan weefsels in het lichaam. Na enige tijd wordt door een zogenaamde gammacamera de straling, die wordt ‘uitgezonden’ door de radioactieve stof, omgezet tot afbeeldingen. Het weefsel waar zich een afwijking bevindt vertoont de sterkste binding, ofwel een verhoogde ‘uptake’.

Hoe gaat scintigrafie in zijn werk?
Eerst wordt bij het dier een infuus aangelegd. Via dit infuus wordt met een spuitje de radioactieve stof toegediend. Via de bloedbaan komt de radioactieve stof in de gewenste organen terecht. De inwerktijd is verschillend per onderzoek. Voor een botscan bijvoorbeeld is dit 2-3 uur, voor een schildklierscan maar een paar minuten.Zodra de radioactieve stof is ingewerkt kan de scan worden gemaakt. Gezelschapsdieren zullen hiervoor heel even stil moeten liggen en krijgen om deze reden een lichte narcose (‘roesje’) toegediend. De dieren worden vervolgens op een tafel gelegd waarboven de gammacamera hangt. Scintigrafie wordt bij gezelschapsdieren veel gebruikt bij mankheden van onbekende oorsprong. Maar ook voor schildklier problemen, levershunts en het beoordelen van nierfunctie.

Het paard wordt gesedeerd en de scan wordt rondom het staande paard gemaakt. Onze gamma camera is hier speciaal voor gemaakt. Scintigrafie wordt vooral ingezet om kreupelheden van onbekende oorsprong in beeld te krijgen. Maar ook als bij verzet bij rijden de oorsprong in de rug gelegen is. Dit omdat dit gebied met röntgen slecht te bereiken is. Met scintigrafie zijn aandoeningen hier ook eerder te diagnosticeren. Ook tandproblemen komen sneller aan het licht met scintigrafie.

Opname na een scintigrafie
De hoeveelheid radioactieve straling die de dieren bij een scinti-grafie ontvangen, is niet gevaarlijk. Deze is vergelijkbaar met een röntgenfoto. De radioactieve stof plassen ze weer uit. Gedurende deze eerste 24 uur na de scan worden de gezelschapsdieren in een speciale uitstralingsruimte opgenomen. De paarden gedurende 48 uur. Na deze periode mogen de dieren weer mee naar huis, met een aantal huisregels voor de eerste dag thuis.

Patiënten die via een andere dierenarts worden doorverwezen voor een scintigrafie kunnen wij enkel hiervoor behandelen, tenzij wij toestemming hebben van uw eigen dierenarts.

Voorzorg

Voor het onderzoek moet uw huisdier nuchter zijn. Dit houdt in dat vanaf 20.00u de avond ervoor geen eten meer mag worden aangeboden. Als het om een heel jong dier gaat kunt u beter met ons overleggen of de periode van nuchter houden moet worden ingekort. Paarden mogen gewoon gevoerd worden voorafgaande aan het onderzoek.

Nazorg

Uitleg over het onderzoek en/of de behandeling krijgt u persoonlijk van onze dierenarts. De dierenarts die u naar ons heeft doorverwezen ontvangt binnen enkele dagen een verslag van alle bevindingen en/of de behandeling. Op deze wijze kan, indien mogelijk, de verdere zorg bij uw eigen dierenarts worden voortgezet.