Dermatologie
Bij een dier met een huidklacht worden stapsgewijs de verschillende oorzaken onderzocht. Vaak kan enkel door het bekijken van de huid, gelet op specifieke kenmerken of locaties, de oorzaak worden vermoed. In veel gevallen is echter aanvullend onderzoek noodzakelijk voor een definitieve diagnose. Veel voorkomende veroorzakers van huidproblemen zijn parasieten, bacteriën en/of een allergie.
Parasieten
De meest bekende parasiet is de vlo. Deze is met het blote oog zichtbaar maar vaak niet terug te vinden in de vacht. De vlopoepjes zijn wel makkelijk zichtbaar in de vacht. Ook diverse mijten en luizen kunnen vervelende huidklachten geven. Door middel van microscopisch onderzoek kunnen parasieten worden aangetoond.
kweekbodem met antibioticum tabletjes
Als gevolg van een jeukprikkel gaan dieren krabben en/of bijten in de huid. Door beschadiging van de huid ontstaat een ideaal milieu voor bacteriën. Het kan gaan om bacteriën die op de huid thuis horen of om bacteriën vanuit de omgeving (bv. na zwemmen in vies water). Met een bacteriologisch onderzoek kunnen de bacteriesoort en het geschikte antibioticum worden bepaald.
Bloedafname
Een allergie wordt in eerste instantie gekenmerkt door jeuk. Dit komt doordat de huid abnormaal reageert op bepaalde stoffen (allergenen). Doordat het dier gaat krabben of bijten wordt de huid beschadigd waarna de huid ontstoken raakt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een atopie (de allergenen worden ingeademd), een voedselallergie (de allergenen worden gegeten) en een contactallergie (de huid raakt materiaal aan waarop allergisch wordt gereageerd). Er zullen meerdere onderzoeken nodig zijn vooraleer de diagnose ‘allergie’ kan worden vastgesteld.
Microscopisch onderzoek
- afkrabsels: Met een heel klein scherp lepeltje worden kleine schraapseltjes afgenomen van
de huid. Deze worden direct onder de microscoop bekeken op parasieten zoals schurftmijt, demodex. - tape monsters: Tape wordt op verschillende plekjes van de aangetaste huid geplakt. Het materiaal wat hierop blijft plakken wordt gekleurd. Onder de microscoop worden de preparaatjes gecontroleerd op ontstekingscellen, bacterien, gisten of bijvoorbeeld aanwijzingen voor een schimmel infectie.